De schurende werking van tandpasta

Tandpasta bestaat voor 20 tot 50% uit schuurmiddel. De functie van tandpasta is het verwijderen van aanslag. Hierbij wordt altijd een miniscuul laagje glazuur of tandbeen verwijderd. Daarom is het schuurmiddel in tandpasta's zo afgestemd dat zij genoeg slijpende werking heeft in de korte periode waarin wordt gepoetst, zonder dat dit tot overmatige slijtage leidt.
Terwijl jarenlang ook natuurproducten (zoals klei, amaril, kalk) als slijpmiddel zijn gebruikt, worden tegenwoordig alleen kunstmatige geproduceerde slijpmiddelen (abrasieven) toegepast. Voordeel hiervan is dat onder meer de korrelgrootte, de vorm van de deeltjes en de mate van kristalliniteit- die naast de intrinsieke hardheid de schurende werking bepalen- beter constant gehouden kan worden. In tandpasta's zijn momenteel brushiet, calciumcarbonaat, aluminiumoxyde en silica de meest gebruikte slijpmiddelen.

De slijpende werking (abrasiviteit) van een tandpasta wordt uitgedrukt in een RDA-waarde (radioactive dentin abrasion). Ten behoeve van de RDA-bepaling worden blokjes tandbeen zwak radioactief gemaakt. Na een standaard poetsprocedure wordt het radioactieve fosfaat gemeten in het losgekomen slijpsel. Des te meer er gevonden wordt des te meer van het tandbeen afgesleten is. De tandpasta'a moeten volgens de tandheelkundige organisatie FDI een RDA-waarde hebben beneden de 250. In een onderzoek op 32 tandpasta's verkrijgbaar op de Duitse en Zwitserse markt werden waarden tussen de 37 en 203 gevonden.

De slijpende werking is overigens niet uitsluitend afhankelijk van het slijpmiddel, maar ook onder meer van de verdere samenstelling van de pasta, van de gebruikte borstel, van de poetsdruk en van de soort en richting van de poetsbeweging. Scherpe kanten van kristallijne abrasieven kunnen door andere bestanddelen worden omhult, woordoor de slijpwerking afneemt. Tijdens het poetsen kunnen de slijpmiddelen echter door het speeksel worden schoongespoeld, waardoor de slijpende werking van de tandpasta toeneemt. Bij het amorfe silica doet zich dit niet voor.

Onderzoek maakt duidelijk dat het hanteren van de tandenborstel meer bepalend is voor de mate van afslijting en voor het ontstaan van poetstrauma dan de slijpende werking van de tandpasta. Klinisch onderzoek toonde geen verschil aan in de frequentie van uitgesleten tanden en poetstrauma's tussen personen die 3,5 jaar poetsen met een pasta van RDA 100 of met een pasta met RDA 50.

Tandpasta met een RDA-waarde 20 gaf wel minder slijtage maar verwijderde onvoldoende aanslag. In de onderzoeken werden wel duidelijke verschillen in de frequentie van uitgesleten tanden en poetstrauma's gevonden tussen proefpersonen die met een zelfde tandpasta poetsen. Een mogelijke oplossing voor patiënten met poetstrauma's is het vasthouden van de tandenborstel alsof het een pen was (pengreep). Hierdoor vermindert de druk tijdens het poetsen.