Kunstgebit of prothese

De volledige prothese of kunstgebit

Een volledige prothese of kunstgebit is een hulpmiddel in het geval dat alle tanden en kiezen getrokken zijn. Een volledig kunstgebit ligt los in de mond en valt onder de uitneembare voorzieningen. De kaak is dan in principe helemaal tandeloos (edentaat). Er bestaan ook gedeeltelijke kunstgebitten zoals PLAATPROTHESES en FRAMEPROTHESES.

Er zijn bijna drie miljoen volledige prothese dragers in Nederland. Een prothese kan worden gemaakt door een tandarts, een tandprotheticus of een klinisch prothese technicus (KPT). De tandprotheticus en de KPT'er zijn beiden tandtechnici waarbij de laatste niet zelfstandig maar alleen onder verantwoordelijkheid van een tandarts kan behandelen.

Door het speeksellaagje tussen het kunststof van de prothese en uw tandvlees zuigt het kunstgebit zich vast in de mond (retentie). De prothese heeft een zodanige vorm dat deze goed past bij de anatomie van de kaken en de mondspieren. Je kan je waarschijnlijk we goed voorstellen dat in een beweeglijke mond dit niet altijd eenvoudig is en deel van de prothese dragers heeft dan ook problemen hiermee. Het is vaak het ondergebit wat klachten geeft doordat o.a. het draagvlak van de kaak daar veel kleiner is. Dankzij implantaten kan met behulp van een klikgebit vaak toch een goede oplossing geboden worden.

Omdat elke mond en kaak anders is, wordt voor u een prothese speciaal op maat gemaakt. Om de kauw en spreekfunctie met de prothese te herstellen zullen een aantal stappen (4 tot 6) doorlopen moeten worden. Het cosmetische eindresultaat is ook een belangrijke factor en alles tezamen maakt door de behandelaar en technicus zeer nauwkeurig gewerkt worden om deze functies bij u te herstellen.

Hoe wordt een kunstgebit gemaakt?

De eerste afdruk

Om een kunstgebit te maken zal de behandelaar eerst een afdruk met standaardlepels en een stug aangemaakt afdrukmateriaal (alginaat). Het is belangrijk dat in de deze afdruk de overgang van kaak naar wang (omslagplooi) staat. Van deze afdruk wordt in het tandtechnisch laboratorium een gipsmodel gemaakt en waarop van kunststof een een individuele lepel wordt vervaardigd. Met deze individuele lepel, die op maat is gemaakt voor de mond van de patiënt, kan een precisie afdruk worden genomen.

De precisie of individuele afdruk

Met behulp van de door de technicus vervaardigde lepel wordt in deze fase een individuele afdruk gemaakt waar veel aandacht besteed wordt aan het afvormen van de belangrijke delen van uw nieuwe prothese, namelijk de randen die de uiteindelijke begrenzing en afsluiting zullen vormen.

De individuele lepel kan worden voorzien van een randopbouw. Dit is een laagje harde was die de overgangen beter markeert en de spieraanhechtingen aangeeft. Als laatste wordt dan een licht vloeibaar (siliconen) afdrukmateriaal gebruikt voor de definitieve afdruk. De mond en wangspieren worden tijdens het uitharden gemanipuleerd, (muscle trimming), om de meest gebruikte bewegingen te imiteren en de randen van de uiteindelijke prothese aan te geven.

Beetbepaling

Van de individuele afdruk worden door de tandtechnicus weer nieuwe gipsmodellen gemaakt waarop een set beetplaten gemaakt wordt. Deze beetplaten hebben waswallen. De beetplaten worden door de behandelaar gebruikt om de relatie tussen uw onder en bovenkaak te registeren en tevens om te bepalen waar uiteindelijk de tanden en kiezen komen te staan. Tijdens deze afspraak wordt, uiteraard in samenspraak met de patiënt, gekeken naar de kleur en de vorm van uw nieuwe tanden.

Passen in was

Met de gegevens die in de vorige stap zijn verzameld gaat de tandtechnicus aan de gang om een pasprothese voor u te maken en in deze fase wordt er gekeken of de beetregistratie goed is bepaald en uiteraard wordt gekeken of de uitgezochte tanden mooi passen bij het uiterlijk. Als iedereen tevreden is over het resultaat dan gaat de pasprothese nog terug naar de tandtechnicus die de prothese omzet naar kunststof en glad afwerkt. In de volgende zitting kan de prothese geplaatst worden. De pasfase kan indien nodig meerdere malen worden herhaald tot het gewenste resultaat is behaald.

Wennen aan een nieuw kunstgebit

Een nieuw kunstgebit zit waarschijnlijk niet meteen lekker. Het is nieuw en ook anders en vooral in het begin zal daaraan gewend moeten worden. Uw behandelaar zal u in de lastige beginperiode goed begeleiden, zodat u zo snel mogelijk aan de nieuwe tanden en kiezen zult wennen.

Uiterlijk

De bovenlip kan wat 'voller' zijn en het gezicht wat minder ingevallen. De mond is nu eenmaal een belangrijke blikvanger, daardoor kan het zijn dat u en mensen uit uw omgeving mogelijk aan uw nieuwe uiterlijk moeten wennen.

Eten

Eten met uw nieuwe kunstgebit is wat onwennig. Zeker in het begin zult u voorzichtig aan doen. U ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Neem de eerste dagen zachter voedsel, zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer enkele dagen daarna een stukje vis en een aardappel. Weer later kunt u voedsel eten zoals vlees of een appel. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig met de kunstkiezen. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er iets meer tijd voor dan dat u gewend was.

Praten

Met uw nieuwe kunstgebit praat u in het begin wat onwennig. U zou bijvoorbeeld kunnen slissen en bepaalde klanken zouden anders kunnen klinken dan u gewend was. Het is alsof u met een volle mond praat. Dit is normaal. Uw mond moet nog wennen aan uw nieuwe kunstgebit. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken.

Pijn door een nieuw kunstgebit

Het dragen van uw nieuwe kunstgebit kan in het begin een beetje pijnlijk zijn. Het gebit zit strak tegen uw kaken aan. Op sommige plaatsen misschien wel iets té strak. Daardoor kunnen gevoelige zweertjes, zogenoemde drukplaatsen ontstaan. Door kleine en eenvoudige correcties aan uw kunstgebit kan uw behandelaar deze pijn wegnemen. Vijl of schuur niet zelf aan uw kunstgebit!

Voor een goed resultaat is het belangrijk dat wordt geprobeerd om het kunstgebit in de mond te houden. Probeer er direct mee te praten en te eten. De behandelaar controleert uw kunstgebit enkele dagen tot weken nadat het geplaatst is. Heeft u vanwege de pijn of de onwennigheid toch besloten uw kunstgebit uit te doen? Doe het dan minstens een halve dag voor u naar de behandelaar gaat weer in. Anders zullen de drukplekken niet goed duidelijk zichtbaar zijn. Laat u zich er niet toe verleiden uw oude kunstgebit te snel weer in te doen. Het is dan moeilijker het nieuwe gebit te wennen. Met uw nieuwe kunstgebit is het vaak een kwestie van doorzetten!

Reinigen van het kunstgebit

Een kunstgebit moet net als tanden en kiezen verzorgd worden. Als u het niet regelmatig schoonmaakt, blijven er voedselresten, plak en tandsteen achter. Zowel op uw kunstgebit als eronder. Als u dit niet verwijdert, kan het tandvlees op den duur gaan ontsteken. Reinig uw gebit daarom zorgvuldig na iedere maaltijd. Gebruik een speciale protheseborstel en water om etensresten goed te verwijderen. Gebruik liever geen tandpasta. Die kan te veel schuren. Een schoon kunstgebit voelt altijd glad aan. Pas op dat het gladde gebit tijdens het reinigen niet uit uw handen glipt. Een gebit is gevoelig voor breuk.

Reinig uw kunstgebit dagelijks met een bij de drogisterij of apotheek beschikbaar reinigingsmiddel. Volg daarbij de voorschriften van de fabrikant. Vraag eventueel uw behandelaar of mondhygiënist om advies. Doe uw kunstgebit s' nachts uit. Leg uw kunstgebit bij voorkeur niet vaker dan 1 keer per week een nacht in een reinigingsmiddel. Borstel uw kunstgebit altijd goed en spoel het af met water. Leg uw kunstgebit nooit in heet water en gebruik zeker geen bleekwater of schuurmiddelen.

Maak ook uw mond schoon

Reinig niet alleen uw kunstgebit, maar ook het slijmvlies waarop uw kunstgebit rust: uw kaken, gehemelte en de overgang van de kaak naar de wangen. Anders kunnen vervelende ontstekingen ontstaan. En ook nu geldt: voorkómen is beter dan genezen. Masseer het slijmvlies minstens één keer per dag met een zachte tandenborstel en besteed extra aandacht aan uw gehemelte. Gebruik een gewone tandpasta om uw mond te reinigen.

Eenmaal een kunstgebit, voor altijd klaar?

Om pijn te voorkomen en om loszitten van uw kunstgebit tijdig te kunnen constateren, is het aan te raden minstens één keer per twee jaar naar de behandelaar te gaan. Ga ook als u geen klachten heeft. Het slinken van uw kaken gaat heel ongemerkt. Het zal u in eerste instantie dus niet opvallen. Uw behandelaar kan uw kunstgebit weer goed passend maken. Of hij kan u op tijd aanraden een nieuwe te nemen (meestal na een jaar of tien), want ook een kunstgebit kan verslijten. De behandelaar controleert bovendien of uw mond nog goed gezond is. Vooral mensen met een slecht passend kunstgebit of mensen die hun kunstgebit al jarenlang dragen, kunnen vervelende mondafwijkingen krijgen.

Precisie afdruk voor een kunstgebit met randopbouw

De belangrijke stappen bij het maken van een kunstgebit